Bouw in Azië maakt mooie start
Royal IHC’s Aziatische nieuwbouwpropositie mag zich verheugen op grote interesse van zowel kleinere als grote aannemers. COO Bert Jan ter Riet vertelt waarom. Ondertussen begint het eerste schip vorm te krijgen.
Derk te Bokkel zei het al in de eerste editie van Dredging Insights: “De baggersector heeft behoefte aan een concurrerende bouwlocatie met beheersbare risico’s. Royal IHC is bij uitstek goed gepositioneerd om die risico’s te managen. Dat is onze ‘reason to be’ en dat moet tegen een concurrerende prijs.”
Om de klant een goede keuze te bieden, is Royal IHC vorig jaar de samenwerking aangegaan met de Vietnamese werf Nam Trieu. Operationeel directeur Bert Jan ter Riet licht toe: “De kleinere en eenvoudigere schepen, waarbij de klant op zoek is naar een lagere aanschafprijs, kunnen we nu bouwen in Vietnam. Echter, Nam Trieu is een heropstartende werf en de technisch complexe en grotere schepen kunnen we vooralsnog alleen op onze Nederlandse werf bouwen. Maar we werken er naartoe om ook deze schepen over enige jaren vanuit Nam Trieu te kunnen aanbieden. Verder zijn we natuurlijk flexibel, we zijn ook altijd bereid samen met een klant op derde werven te bouwen.”
De Nederlandse organisatie en de partnerwerf zijn inmiddels begonnen met een eerste opdracht waarbij ze nu de eerste staalsecties samenstellen en gaan pre-outfitten. De werf, gelegen bij Haiphong, telt drie hellingen en een dok. De grootste helling is maar liefst 320 meter in lengte en heeft een breedte van 48 meter.
Opbouwen naar complexe schepen
“We zijn in Vietnam voor Baggerbedrijf De Boer aan het bouwen, een sleephopperzuiger van tachtig meter met 2.300 m3 inhoud. De samenwerking gaat goed; de milestones ‘start cutting’ en ‘kielleggen’ verlopen vooralsnog volgens planning.”
Ter Riet is bij Royal IHC onder meer eindverantwoordelijk voor de bouw-buitenlandstrategie, een koers die is ingezet naast nieuwbouw in Nederland. Ter Riet trad vorig jaar maart aan als COO, met drie decennia aan operationele en commerciële ervaring in het maritieme in zijn rugzak.
We verwachten in 2027, 2028 gereed te zijn om ook de grote complexe schepen daar te kunnen bouwen.
Bert Jan ter Riet - COO
“We hebben deze werf bewust gekozen vanwege de grote helling, zodat we kunnen groeien naar de grotere schepen in de toekomst. Na de sleephopperzuiger gaan we er voor OMS, een belangrijke leverancier van digitale infra, een aantal kabelleggers, van elk 126 meter lengte, bouwen. Zo bouwen we netjes op van 80 meter naar 126 en daarna door naar complexe schepen die vergelijkbaar zijn met wat we nu in Krimpen bouwen. We verwachten in 2027, 2028 gereed te zijn om ook de grote complexe schepen daar te kunnen bouwen.”
Lagere CAPEX
Een van de belangrijkste zaken waarmee Royal IHC zich onderscheid is de hoge kwaliteit van het product. Zal het bouwen op een andere werf daar geen afbreuk aan doen?
Ter Riet: “We bouwen met behoud van onze kwaliteit en de voordelen van onze geïntegreerde bouw. In Nam Trieu weten ze heel goed hoe ze een schip moeten bouwen, maar onze eigen mensen begeleiden de productie van de complexe onderdelen. Zij garanderen het hoge niveau dat de klant van ons gewend is van de outfitting, het interieur, de aanleg van de elektrische installatie en de installatie van het baggerequipment. We versterken en coördineren met ons lokale team elke stap van het project.”
De lagere CAPEX, de aanschafprijs van het schip als gevolg van het lagere loonniveau in Azië, is voor veel klanten aantrekkelijk. Daar staat tegenover dat we een langere lead time nodig hebben. “De wereld is je markt, maar ook je concurrent”, zegt Ter Riet. “Voor een fractie van de nieuwbouwwaarde en slechts een aantal weken levertijd, vaar je een gereed nieuw schip van Europa naar Asia Pacific, of andersom. Niet voor niets wordt in Nederland bijna alleen nog aan scheepsbouw gedaan waar hoogwaardig specialistisch werk bij komt kijken en waar de staalbouw een relatief klein percentage behelst van de totale verkoopwaarde: jachtbouw, marineschepen en een beetje in de complexere baggerschepen. Echter, ook wij moeten inspelen op toenemende concurrentie en middels een buitenlandbouwpropositie onze kostprijzen verlagen.”
We moeten inspelen op toenemende concurrentie en middels een buitenlandbouwpropositie onze kostprijzen verlagen.
Bert Jan ter Riet - COO
Preferred serviceprovider van de grote aannemers
Toch blijft bouw in Nederland van toegevoegde waarde voor de klant, met name als een kortere levertijd een belangrijk element is in het businessmodel van de klant. Te denken valt aan schepen die geen vlootvervanging maar een uitbreiding zijn en/of schepen met een volledige ‘dure’ financiering, die door een kortere Nederlandse lead time met een eerdere operationele inzet, eerder aan de terugbetaling kunnen beginnen.
“In Nederland kunnen we sneller bouwen, omdat we hier meer concurrent kunnen werken, waarbij engineering en productie in een grotere overlap gelijktijdig plaatsvinden.” De bouw-buitenlandstrategie moet Royal IHC weer sterk positioneren als preferred serviceprovider van de grote aannemers. Ter Riet: “Ik heb daar alle vertrouwen in. Er is veel interesse in onze nieuwe propositie. Royal IHC is weer goed op koers aan het komen.”
Tipje van de sluier
Ondertussen gaat het werk in Nam Trieu aan de sleephopperzuiger gestaag voort. “In maart, april begint het schilderwerk aan de secties. De pijpen zijn besteld. Wanneer de tanker die er nu wordt gebouwd van de helling gaat, gaan wij erop. We verwachten dat het schip Q4 2025 te water gaat.”
Royal IHC gaat ook een deel van de productie van baggerschepen uit het kleinere segment naar Azië verplaatsen. “In India hebben we al een constructiebedrijf om onderdelen van het baggersysteem te bouwen. Dit bedrijf willen we uitbreiden en dan starten met volledige bouw van Beavers®”, licht Ter Riet een tipje van de sluier op. “Daar heb ik hoge verwachtingen van. Maar daarover meer in een volgende editie."
Blijf op de hoogte van de laatste inzichten in dredging
Meld u aan voor onze nieuwsbrief met de laatste innovaties, oplossingen en uitdagingen in de markt.